
Geen belangrijk nieuws missen? Schrijf je in voor onze gratis nieuwsbrief!
By subscribing you agree to with our Privacy Policy and provide consent to receive updates from our company.
Niet alles wat ooit als heilig werd beschouwd, blijft ook echt heilig. De Body Mass Index (BMI), ooit onze trouwe metgezel in gezondheidsland, is niet langer zo significant als het was. Wetenschappers gooien de meetlat overboord en stellen voor om onze gezondheid op een andere manier te meten.
Laten we eens kijken waarom BMI zijn beste tijd heeft gehad.
Wetenschappers wijzen erop dat BMI geen onderscheid maakt tussen spieren en vet, botstructuur en andere belangrijke factoren die de algehele gezondheid beïnvloeden. Een slanke atleet kan een hoog BMI hebben vanwege spiermassa, terwijl een minder actieve persoon met een 'normaal' BMI misschien ongezond veel vet draagt. Als BMI een datingprofiel zou hebben, zou het nu links worden geswipet voor een nieuwere, betere match.
Gelukkig hebben wetenschappers alternatieve meetmethoden voorgesteld die een gedetailleerder en nauwkeuriger beeld geven van iemands gezondheid dan de eenvoudige berekening van BMI. Hier de 5 belangrijkste.
Het vetpercentage meten vertelt je niet alleen hoeveel je weegt, maar ook hoeveel van dat gewicht bestaat uit vet. Methoden zoals bio-elektrische impedantie, huidplooimetingen en dual-energy X-ray absorptiometry (DEXA) bieden een gedetailleerd beeld van de verdeling van vet en spiermassa.
De taille-heup ratio richt zich specifiek op de verdeling van vet rond belangrijke organen. Meet de omtrek van je taille en heupen, en voilà! Een ratio van 0,85 of lager voor vrouwen en 0,90 of lager voor mannen wordt beschouwd als gezond. Het vertelt meer dan alleen cijfers op de weegschaal - het geeft inzicht in de verdeling van dat gewicht.
FFMI (Fat Free Mass Index) is nuttig voor diegenen die zich meer op krachttraining richten. Het houdt rekening met spiermassa en kan een beter beeld geven van iemands gezondheid, vooral voor diegenen die regelmatig in de sportschool te vinden zijn. De formule is ingewikkelder dan BMI, maar het biedt een meer gedifferentieerd resultaat.
Buikomvangmeting richt zich specifiek op de taille, wat een indicatie kan zijn van visceraal vet, het ongezonde vet dat zich rond de organen nestelt. Het is een eenvoudige meting die met een meetlint kan worden uitgevoerd en kan wijzen op gezondheidsrisico's, zelfs als de BMI normaal lijkt.
Gezondheid is meer dan alleen uiterlijke metingen. Cardiopulmonale fitness, gemeten door tests zoals een inspanningstest, vertelt je hoe effectief je hart en longen werken tijdens fysieke activiteit. Het biedt een dynamisch beeld van je algehele gezondheidstoestand.
Terwijl BMI in het verleden kon volstaan, hebben moderne metingen de lat hoger gelegd. Een gelaagde benadering, waarbij verschillende metingen samen worden gebruikt, biedt een completer beeld van iemands gezondheid. Dus, terwijl BMI met pensioen gaat, verwelkomen we een nieuwe generatie metingen die ons veel meer kunnen vertellen over onze gezondheid!